Respect
Mensen zijn vaak bang om een ander te kwetsen, boos te maken of ruzie te krijgen. Dus doen ze dingen, die voor de ander erger zijn, dan een duidelijke boodschap.
Een van de grootste oorzaken van conflicten is dat mensen elkaar niet durven aan te spreken. Een nieuwe medewerker met een prominente lichaamsgeur, merkt wel dat zijn collega’s hem mijden, maar begrijpt niet waarom. De collega’s maken er onderling wel grapjes over. Hij denkt dat dit de normale omgang onder collega’s is en wordt zelf ook steeds afstandelijker. Totdat collega’s alle merken douchemiddel inslaan en op zijn bureau neerzetten…Waargebeurd verhaal.
Aanspreken van een ander getuigt van respect voor die ander. Als je het tenminste op een goede manier doet. Daarvoor zijn een paar vuistregels:
– Het begint met een ik-boodschap. ‘Ik merk…’ of ‘ik zie…’ of ‘ik hoor…’ en niet ‘Ik heb gehoord van…’ of ‘wij…’ (tenzij je echt met een aantal mensen aanwezig bent en je met elkaar volledig overeenstemming hebt). Het gaat immers om jouw waarheid en die mag verteld worden.
– Die ik-boodschap gaat over iets dat jij ervaart en dat anderen ook kunnen ervaren. Je doet het met je zintuigen: zien, horen, voelen (in de zin van met voelen met je vingers), ruiken, proeven.
– Het is handig als je het moment of de situatie dat dit gebeurde kunt benoemen: ‘Als jij gesport hebt…’ of ‘Op maandagochtend…’ of ‘Tijdens het overleg gistermorgen…’ Daarmee kan de ander zich de situatie of het moment weer voor de geest halen en zijn of haar context weer herinneren.
– Bij die zintuigelijke ervaring hoort een emotie: ‘Als jij gesport hebt, ruik ik een zweetlucht om je heen, dat vind ik onprettig.’ Positief mag ook: ‘Gisteren tijdens de vergadering rook ik dat je bloemenparfum gebruikt, dat vind ik heel lekker.’
– Op dit moment kan het handig zijn om even te checken of de ander het herkent. Zo geef je de ander ook de kans om te reageren op wat jij zegt. Anders kan jouw goedbedoelde opmerking overkomen als een onaardige aanval.
– Voor de ander is het fijn als je aangeeft waarom: ‘Als jij gesport hebt, ruik ik een zweetlucht om je heen, dat vind ik onprettig, omdat ik daar misselijk van wordt.’ Of: ‘Gisteren tijdens de vergadering rook ik dat je bloemenparfum gebruikt, dat vind ik heel lekker omdat ik dan aan de zomer moet denken.’
– Als iemand iets doet waar je geen prijs op stelt, kun je vervolgens aangeven wat je liever hebt dat die ander in de toekomst gaat doen: ‘Als jij gesport hebt, hangt er een zweetlucht om je heen, dat vind ik onprettig, omdat ik daar misselijk van word. Wil je je in het vervolg goed douchen na het sporten?’ of ‘Bij het overleg gisteren, rook ik je bloemenparfum, dat vond ik zo lekker, omdat ik direct aan de zomer moest denken. Wil je dat voortaan bij elke saaie vergadering op doen?
– De ander kan dan reageren op jouw vraag.
En ja, dit lijkt een nogal omslachtige methode. Als je iedereen op deze manier feedback zou moeten geven, verlopen je gesprekken heel moeizaam. Maar hoe meer je oefent, gemakkelijker het wordt en je leert de belangrijkste elementen:
- ik-boodschap,
- feitelijk waarneembaar,
- de emotie die bij jou speelt en
- wat je in het vervolg graag wilt
altijd te gebruiken als je feedback geeft.
Goed feedback geven, is een essentieel onderdeel van conflictvaardig communiceren.